Openbare ruimte

Wat kost het?

Veranderingen in de begroting

Bedragen * € 1.000

2026

2027

2028

2029

Indexatieverschil VTH-milieu taken (ODRN)

-50

-50

-50

-50

Tekort DVO DAR 2025 e.v.

-1.929

-1.929

-1.929

-1.929

Uitbreiden capaciteit Afval en Reiniging 1 fte incl. trap op trap af

-128

-128

-128

-128

Tekort op onderhoud groen

-1.284

-1.284

-1.284

-1.284

Onderhoud begraafplaatsen

-200

-200

-200

-200

Productgroep spelen benodigd onderhoudsgeld 

-200

-200

-200

-200

Klimaatadaptatie

-350

-600

-600

Klimaatadaptatie trap op trap af

-140

-240

-240

Legesopbrengsten milieu

-275

-275

-275

-275

Bodemsanering

0

-350

-350

-350

Tekort door toename inpandige afvalruimtes

-375

-375

-375

-375

Tekort rendabele uren

-1.022

-1.022

-1.022

-1.022

Totaal

-5.463

-6.303

-6.653

-6.653

Toelichting
Indexatieverschil VTH-milieu taken (ODRN) (€ 50.000)
De voorliggende begroting ODRN 2026 gaat uit van een indexering van 4,91%. Dit percentage is hoger dan het (concept) percentage van de gemeente. Dit leidt tot een tekort in de gemeentebegroting.

Tekort DVO Dar (€ 1,9 miljoen)
De DVO Dar is voor een deel opgenomen in het programma Bereikbaarheid en voor een deel in Openbare Ruimte. De afgelopen jaren hebben we voldoende financiële ruimte gehad om invulling te geven aan het brede takenpakket van Dar NV op Afval, Reiniging en IBOR-taken, dat vanuit wet- en regelgeving en beleidskeuzes is opgebouwd. Met de structureel toegenomen marktprijzen en loonkosten, de loon-reparatie bij Dar, de areaalherijking in Nijmegen Noord én de ontwikkelingen op de (Europese) afzetmarkt voor ingezamelde fracties, is er onvoldoende ruimte in de begroting om de wettelijke en beleidsmatig vastgelegde taken uit de DVO uit te voeren.

Uitbreiden capaciteit Afval en Reiniging 1 fte incl. trap op trap af (overhead) (€ 128.000)
We voeren essentiële taken uit op het gebied van opdrachtverlening afvalinzameling en reiniging van de openbare ruimte. De werkzaamheden breiden zich steeds verder uit, toenemende meldingen, politieke vragen en exotische overlastgevende dieren. Er is extra formatie nodig voor het oplossen van excessen en het structureel inbedden hiervan in de dienstverlening.

Tekort op onderhoud Groen (€ 1,3 miljoen)
De bestekken voor regulier onderhoud van plantsoenen vallen structureel hoger uit door verdere vergroening van de stad Nijmegen. We zien zowel bij inbreidings- als bij uitbreidingslocaties een verdere vergroening.
Daarnaast is er een nieuw bestek voor het Stadsdeel Noord afgesloten. Dit bestek valt duurder uit dan het voorgaande jaar.   

Toename onderhoudskosten begraafplaatsen (€ 200.000)
Het beheer en de exploitatie van de 3 gemeentelijke begraafplaatsen (Graafseweg, Notenlaantje Lent, Vredehof) is sinds 2000 uitbesteed aan Stichting Begraafplaatsen Nijmegen (SBN). In het verleden was het mogelijk om een begraafplaats kostendekkend te beheren door de inkomsten uit de uitgifte van graven en grafrechten. Door de afname van het aantal begrafenissen en de stijging van kosten is dit niet meer mogelijk.

Productgroep spelen benodigd onderhoudsgeld (€ 200.000)
Het onderhoudsbudget spelen is ontoereikend waardoor versneld afscheid genomen moet worden van speelplekken die technisch op zijn en echt vervangen moeten worden. Met het gevraagde budget kunnen knelpunten opgelost worden door speelplekken op te knappen en/of te vervangen.  

Klimaatadaptatie (€ 350.000 - € 600.000)
In de klimaatadaptatiestrategie van 2023 en de daaropvolgende stresstesten is aangegeven dat de stad risico’s loopt op schade, welzijn en gezondheid. Een clusterbui, zoals die al viel in Limburg in 2021 of een extreme bui zoals die in Enschede viel in 2024, kan ook Nijmegen treffen. Vooral de droogdalen vanaf de stuwwal leveren een groot waterrisico op in de lager gelegen en vaak versteende wijken. Voor deze opgave zijn investeringen nodig. Hierover is de raad op 7 januari ’25 en op 6 mei ’25 geïnformeerd. Op verzoek van de gemeenteraad heeft bureau TAUW de opgave doorgerekend op wat er geïnvesteerd moet worden vóór 2035.  Deze periode lijkt lang, maar omdat het gaat om zowel grote investeringen (ingrijpende aanpassingen van het watersysteem vragen om de nodige voorbereidings- en uitvoeringstijd), als om langjarig zorgvuldig transformeren (boomaanplant en minder verhardingen) is de periode relatief kort. Transformatie van bestaand stedelijk gebied is een kwestie van een lange adem, anders dan nieuwbouw. Projecten moeten dus in korte tijd gerealiseerd worden (boomaanplant, minder verharding en meer waterberging en -afvoer) om de toegezegde doelstelling waar te kunnen maken: prioritaire gebieden in 2035 aangepakt om in 2050 klimaatadaptief te zijn. Het is van belang om het klimaatadaptief maken van de stad nu niet stil te laten vallen, omdat dit vertraging oplevert in de realisatie.
We voegen middelen toe tot en met 2029. Naast de programmamiddelen nemen we voor de investeringen 5 miljoen euro per jaar op voor de periode 2027-2030 (in totaal € 20 miljoen). Hiermee kan fase 1 uit het Tauw-rapport worden gedaan.

Klimaatadaptatie trap-op-trap-af (overhead) (€ 140.000 - € 240.000)
Met de middelen kunnen we de benodigde uitwerkingen en concretiseringen opstellen als voorbereiding op de fysieke aanpassingen in de openbare ruimte in de jaren 2027 – 2030. Het gaat daarbij om 3,5 fte in 2027:
twee technische adviseurs (2 fte), een dataspecialist (0,5 fte), coördinator/omgevingsmanager (1 fte). Met deze versterking kunnen we de bijdrage Omgevingsprogramma Stadsvergroening 2027-2030, Masterplan Prioritaire gebieden, Wijkinventarisaties ondergrond, Wijkplannen en monitoringplan leveren. Daarnaast is versterking per direct nodig, omdat de huidige problemen (grondwateroverlast, droogte, drinkwater) uitvoering van beleid momenteel al in de weg staan. Dit samen vraagt om versterking van de organisatie vanaf 2027. De projectleiding en uitvoering van de fysieke projecten zelf kunnen uit de investeringen worden opgebracht.
De formatie in de jaren 2028 en 2029 dient uitgebreid te worden naar 6 fte: uitbreiding met 2 fte programmasturing en coördinatie Stadsvergroening en 0,5 fte plantoetsing.

Legesopbrengsten milieu (€ 275.000)
Bij de invoering van de omgevingswet zijn we ook milieuleges gaan heffen. Er is destijds een inschatting gemaakt van de omvang van deze leges. Nu blijkt dat slechts bij een gering aantal procedures milieuleges in rekening gebracht kunnen worden. Op basis van de realisatie 2024 en prognose 2025 blijkt deze inschatting daarom structureel €275.000 te hoog te zijn.

Bodemsanering (€ 0 - € 350.000)
Vanaf 2006 ontvangt Nijmegen rijksmiddelen voor de uitvoering van haar bodemtaken. Deze waren gekoppeld aan 2 elkaar opvolgende bodemconvenanten die onder andere waren afgesloten met het rijk en van 2009 tot 2020 liepen. Een belangrijk thema hierbij was het uitvoeren van bodemsanering op spoedlocaties. Daarnaast was er in de convenanten ook veel aandacht voor verbreding van het werkveld. Ter uitvoering van de convenanten werd voorzien in een bijbehorende formatieve dekking en middelen om (spoed)saneringen aan te pakken en de verbreding verder vorm te geven. De dekking voor bovenstaande saneringsactiviteiten uit het gemeentefonds zijn vanaf 2024 weggevallen waardoor er een tekort in de begroting ontstaat. Dit hebben we in 2024 kunnen opvangen vanuit de bestemmingsreserve Bodemsanering en dat kunnen we in 2025 en 2026 ook nog doen. In 2027 is de bestemmingsreserve bodemsanering leeg. Om de dienstverlening op hetzelfde niveau te houden is vanaf 2027 extra budget nodig.

Tekort door toename inpandige afvalruimtes (€ 375.000)
Er zijn extra financiële middelen nodig voor de realisatie van inpandige inzameling van afval en voor de plaatsing van pollers om Dar, brandweer en ambulance toegang te geven tot gebouwen in het Waalkwartier.

Tekort rendabele uren (€ 1 miljoen)
Kapitaalsopzichters houden toezicht op projecten die in de openbare ruimte worden uitgevoerd, zodat het project overgenomen kan worden in het beheer van de gemeente. Geruime tijd geleden is er een bezuiniging doorgevoerd waarbij er formatie van de kapitaalsopzichters is bezuinigd. Per abuis zijn toen de baten die de kapitaalsopzichters opleverden, niet uit de begroting gehaald waardoor er een tekort is ontstaan. Deze baten zijn jaarlijks geïndexeerd waardoor het tekort groter werd. Incidenteel was het de laatste jaren mogelijk om deze kosten uit het programma te betalen. Het is niet meer haalbaar om deze kosten uit het programma te blijven betalen.

Lasten & baten

67.784.584

6,1%

29.734.076

2,7%

Deze pagina is gebouwd op 09/17/2025 15:32:29 met de export van 09/17/2025 11:27:21