We nemen fysiek ruimtelijke projecten in ontwikkeling en voert deze uit. Hierbij is een relatie met andere taakvelden binnen de gemeentelijke begroting.
De beoogde maatschappelijke effecten van dit grondbeleid zijn:
- Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woonruimten in een omgeving die niet alleen functioneel is, maar ook ruimtelijk aantrekkelijk en inclusief is met leefbare wijken.
- Fysieke ruimte maken voor de realisatie van culturele en maatschappelijke voorzieningen, scholen, kantoren, bedrijfshuisvesting en andere werkgelegenheidslocaties.
- De realisatie van grote woningbouwlocatie zoals de Waalsprong, Stationsdistrict(inclusief Waalfront en de binnenstad), Kanaalzone-Zuid(Winkelsteeg, Dukenburg, Lindenholt, Neerbosch Oost en Hatert), Vlaams kwartier en Valkhofkwartier. Deze zijn bepalend voor de lange termijn ontwikkeling van de stad.
Onze ambities en doelen staan in de Omgevingsvisie
De Omgevingsvisie Nijmegen 2020-2040 is op 28 oktober 2020 vastgesteld. Begin 2025 is de geactualiseerde omgevingsvisie (met de gebiedsuitwerkingen per stadsdeel) ter inzage gelegd en op 10 september 2025 vastgesteld door de gemeenteraad. Nijmegen heeft de ambitie om een nabije en rechtvaardige stad te zijn. Een gezonde leefomgeving en de brede welvaart zijn hierin belangrijk. Nijmegen wil dat nieuwe woonruimten, banen en andere functies hierbinnen passen. Nijmegen wil namelijk dat huidige en toekomstige generaties goed, gezond en veilig kunnen wonen, werken en verblijven in Nijmegen.
In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van ons beleid
Het gaat om de volgende beleidshoofdlijnen: de sociale en gezonde stad, de aantrekkelijke stad, de economische veerkrachtige stad, en de duurzame stad. De Omgevingsvisie is de ruimtelijke weerslag van de ambities die we hebben voor Nijmegen. Ruimte is echter een schaars goed. We moeten kiezen welke combinatie van ambities we waar willen maken en op welke plekken.
Nijmegen blijft een compacte en leefbare stad
In de Omgevingsvisie staan uitgangspunten voor het gebruik van de ruimte in Nijmegen. Deze visie geeft daarmee de komende jaren richting aan de ontwikkeling van onze stad. Een van de prioriteiten is het terugdringen van het woningtekort tot 2% door toevoeging tot 2040 van 17.000 tot 22.000 woonruimten. Tot 2030 gaat het om 10.000 tot 12.000 benodigde extra woningen. Verder staan 55% CO2 reductie en klimaatadaptatie als prioriteit genoemd. De Omgevingsvisie stelt dat Nijmegen een compacte en leefbare stad moet blijven, zodat mensen zich gemakkelijk lopend, fietsend of met het openbaar vervoer kunnen verplaatsen. Het groene omliggende landschap blijft intact en ondanks de verwachte groei willen we dat Nijmegen een aangename stad blijft.
De extra woningen komen vooral op een aantal grote woningbouwlocaties
De extra woningen en werkplekken komen vooral op een aantal grote woningbouwlocaties: Waalsprong, Stationsdistrict(inclusief Waalfront en de binnenstad) en Kanaalzone Zuid(Winkelsteeg, Dukenburg, Lindenholt, Neerbosch Oost en Hatert). Door de ruimte in de bestaande stad te benutten voor de verwachte groei van het aantal inwoners, werknemers en bedrijven kan Nijmegen die compacte stad blijven. Door slimme combinaties van woningen, werkplekken en andere functies blijft de stad aantrekkelijk om in te wonen, te werken en te verblijven.
De manier waarop we ons grondbeleid uitvoeren is uitgebreid omschreven in de Nota Grondbeleid 2024
Deze nota is in mei 2024 door uw gemeenteraad vastgesteld. In deze kadernota kiezen we voor opgavegericht grondbeleid, waarbij per situatie afwegen welke grondbeleidsvorm wenselijk is. Bij facilitair grondbeleid kunnen we gebruik maken van ’publieke’ instrumenten, bij actief grondbeleid kiezen we voor een ontwikkelende en daarmee risicodragende rol van de gemeente. Actief grondbeleid kan zelfstandig of via samenwerking met marktpartijen en deelnemingen in publiek-private samenwerkingen (PPS) zoals Waalfront, of via een gemeenschappelijke regeling met andere overheden. In de actieve rol verwerven we gronden, ontwikkelen we plannen en maken we terreinen bouwrijp en verkopen deze. In deze nota zijn de laatste ontwikkelingen verwerkt, bijvoorbeeld het Didamarrest van de Hoge Raad waardoor de regels over de verkoopmethoden van gemeentelijk vastgoed en gronden zijn aangepast. Ook de nieuwe Omgevingswet maakt dat de teksten zijn aangepast. De opmerkingen/aanbevelingen van de auditcommissie, die zijn uitgebracht naar aanleiding van de Stadsrekening 2021 en de Stadsrekening 2022 zijn meegenomen. De implementatie van de aangenomen moties wordt uitgewerkt.
Projecten worden voorbereid, uitgevoerd en financieel afgewikkeld
De planexploitaties van deze projecten die altijd een doorlooptijd van meerdere jaren kennen, leggen we als document ter vaststelling aan uw gemeenteraad voor. Bij veel projecten speelt grondbeleid een belangrijke rol.
De planexploitaties worden jaarlijks opgenomen in het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG voorheen VGP)
Het MPG wordt aan het begin van het kalenderjaar ter vaststelling aan uw gemeenteraad aangeboden. De peildatum is verschoven van 1 oktober van het voorgaande jaar naar 1 januari van het betreffende jaar (gelijk aan de datum stadsrekening). De planning is dat het MPG door uw gemeenteraad wordt vastgesteld vóór de stadsrekening. Een tussenmelding van het MGP in de vorm van mogelijk verwachte, grotere afwijkingen vindt dan plaats in het kader van de begroting. Dan rapporteren we ook over de ontwikkeling van de risico's in het taakveld planexploitaties binnen het programma Stedelijke ontwikkeling en Wonen en het voor dit taakveld benodigd weerstandsvermogen. Aan deze P&C-cyclus voegen wij een nieuw product toe, een tussentijdse voortgangsrapportage voor de vier grote gebiedsontwikkelingen (Waalsprong, Waalfront, Stationsdistrict en Winkelsteeg). Doel is uw gemeenteraad beter in staat te stellen om actiever te kunnen sturen op de grote gebiedsontwikkelingen en de verschillende producten een logische plek te geven in de P&C cyclus. In de uitwerking van de aangenomen moties onderzoeken we of en hoe een informatiedashboard als aanvulling dan wel vervanging van de tussenrapportage kan worden ingericht.
Tussentijds grotere afwijkingen in de planexploitaties worden gemeld bij de stadsbegroting
Dan rapporteren we ook over de ontwikkeling van de risico’s bij de planexploitaties en het benodigde weerstandsvermogen.