Paragrafen

Lokale heffingen

OZB
Op grond van de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) bepalen we jaarlijks de marktwaarde van de onroerende zaken in Nijmegen.  Vervolgens delen we deze mee aan de belanghebbenden.

 OZB bestaat uit twee afzonderlijke belastingen:

  • Een belasting voor de eigenaren van niet-woningen.
  • Een belasting voor de eigenaren van woningen.

Berekening
De tarieven van de OZB worden berekend op basis van de begrote opbrengst. Deze opbrengst wordt bepaald op basis van de bestaande WOZ-waarde van de woningen en niet-woningen, de verwachte nieuwbouw en de bijstelling voor prijsstijging.

Voor de tariefberekening verwerken we de marktwaardestijging of marktwaardedaling van de stad budgetneutraal in de tarieven. Bij het schrijven van deze paragraaf zijn onze woningen en niet-woningen nog niet geheel getaxeerd. Voor 1 december van dit jaar moet 90% van de objecten getaxeerd zijn. Op basis daarvan stelt de gemeenteraad de tarieven vast. Afhankelijk van de begrote opbrengst en een eventuele waardestijging of waardedaling verlagen of verhogen we de tarieven. De totale OZB-opbrengst voor de gemeente neemt dus alleen toe als het aantal objecten waarvoor betaald wordt toeneemt.

Tarieven
De tarieven voor de OZB berekenen we in het najaar, zodat we kunnen uitgaan van de meest actuele cijfers over de verwachte waardeontwikkeling. In de laatste raadsvergadering van december wordt de verordening OZB (samen met de overige belastingverordeningen en de legesverordening) inclusief tarieven aangeboden aan de gemeenteraad.

Reinigingsheffingen
De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.

Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Hier is sprake van een wettelijke verplichting. In het coalitieakkoord 2018-2022 ‘Samen vooruit’ is afgesproken om het vaste deel van de afvalstoffenheffing onder te brengen bij de OZB. Daarnaast kennen we een variabele afvalstoffenheffing. De inkomsten hieruit komen hoofdzakelijk voort uit het aanbieden van restafval via de groene en de rode restafvalzakken of via de ondergrondse restafvalcontainers. Op deze manier wordt het principe ‘de vervuiler betaalt’ gerealiseerd. Daarnaast zijn er variabele inkomsten uit het gebruik van plastic+-zakken voor het aanbieden van plastic+.

In onderstaande tabel zijn de inkomsten van de restafvalzakken, de ondergrondse restafvalcontainers, de plastic+-zakken en uit het vast tarief reinigingsrechten opgenomen:

Begroot

Stadsbegroting

Bedragen * € 1 mln

dynamisch 2025

2026

Opbrengst restafvalzakken / ondergrondse afvalcontainers

3,5

3,6

Opbrengst vast tarief reinigingsrecht

0,9

0,9

Totaal

4,4

4,5

Rioolheffing
De belasting wordt geheven bij de eigenaar van een pand dat is aangesloten op de gemeentelijke riolering of openbaar gemeentewater. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het aangesloten pand. Aangezien bij het schrijven van deze paragraaf onze woningen en niet-woningen nog niet geheel zijn getaxeerd, berekenen we de tarieven in het najaar. Zo gaan we uit van de meest actuele cijfers over de verwachte waardeontwikkeling. In de laatste raadsvergadering van december worden alle belastingverordeningen en de legesverordening (met tarieven) aangeboden aan de gemeenteraad.

Uitgangspunten die gehanteerd worden bij de kostentoerekening van de rioolheffingen:

  • Het tarief is afhankelijk van WOZ-waarde van het aangesloten pand.
  • Het tarief is 100 % kostendekkend.

Begroot 

Stadsbegroting 

Bedragen * € 1 mln

dynamisch 2025

2026

Rioolheffing

16,6

19,7

Totaal

16,6

19,6

Ontwikkeling lastendruk
In onderstaande figuren is zichtbaar wat de verwachte effecten van de geschetste woonlastenontwikkelingen zijn op de lastendruk, vanuit het perspectief van inwoners en bedrijven. Dit is op basis van de huidige inzichten. Onder woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. De definitieve OZB-tarieven zijn bij de behandeling van de belastingverordeningen bekend.
Voor de woningen geldt dat we evenals voorgaande jaren willen blijven aansluiten op de berekeningssystematiek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). COELO heeft de berekeningssystematiek van de woonlasten voor een eigenaar/bewoner van een gemiddeld huis gewijzigd. Sinds 2022 gaat COELO in de berekening uit van de gemiddelde WOZ-waarde van koopwoningen in plaats van de gemiddelde WOZ-waarde van koop- en huurwoningen samen. In voorgaande jaren was niet bekend wat de gemiddelde WOZ-waarde van alleen de koopwoningen was. Sinds 2022 publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de woningwaarden ook uitgesplitst. In onderstaande figuur met betrekking tot woningen is voorafgaande verwerkt.

Woningen 2026 ten opzichte van 2025

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de geraamde woonlasten 2026 (€ 1.222) voor de eigenaar/bewoner naar verwachting lager uitvallen ten opzichte van de geraamde woonlasten 2025 (€ 1.239). De oorzaak hiervan is tweeledig.

  • We willen blijven aansluiten op de berekeningssystematiek van COELO. Voor de berekening van de geraamde woonlasten 2026 (rekening houdend met de inflatiecorrectie van 3,60%) zijn we daarom uitgegaan van de laatst gepubliceerde verwachte woonlasten van COELO 2025 (Nijmegen: € 1.149) in plaats van de geraamde woonlasten 2025 (€ 1.239). COELO heeft in deze cijfers gerekend (april 2025) met de laatst bekende verwachte gemiddelde WOZ-waarde 2025 van een koopwoning zoals deze door het CBS is gepubliceerd. Deze gemiddelde WOZ-waarde 2025 valt lager uit dan waarmee bij het opstellen van de begroting 2025 (juli 2024) rekening is gehouden. Achteraf gezien zijn de geraamde woonlasten 2025 te hoog ingeschat. Door uit te gaan van de laatste COELO cijfers vallen de geraamde woonlasten 2026 lager uit dan de geraamde woonlasten 2025.
  • Zoals aangegeven in het collegevoorstel ‘Vaststellen en vrijgeven voor ter inzagelegging ontwerp Programma Water en Riolering (PWR) 2026-2029’ vastgesteld op 24 juni 2025, stijgen de totale rioollasten met ingang van 2026 met 18% ten opzichte van 2025. De totale geraamde rioollasten bedragen voor 2026 € 19.698.666 (2025 € 16.623.907). Deze lasten worden voor 100% kostendekkend doorbelast via het tarief rioolheffing. Op basis van de gemiddelde lasten rioolheffing volgens COELO 2025 (€ 221) zijn de gemiddelde lasten rioolheffing 2026 op € 262 (+ 18%) geraamd als onderdeel van de totale woonlasten 2026 (€ 1.222).

De uiteindelijke definitieve tarieven 2026 bepalen we in december 2025, zoals ook is afgesproken met de raad.

Niet-woningen 2026 ten opzichte van 2025

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de lasten voor de bedrijven naar verwachting stijgen. De stijging staat gemiddeld gelijk aan de indexering, zoals vastgesteld in de stadsbegroting 2026-2029. De uiteindelijke lasten bepalen we aan de hand van de definitieve tarieven.

Deze pagina is gebouwd op 12/17/2025 14:44:11 met de export van 12/17/2025 14:29:32