Financieringsbehoefte
Onze investeringen in vaste activa bestaan uit immateriële vaste activa (grotendeels bestaande uit bijdragen in activa van derden), materiële vaste activa (zoals: gebouwen, openbare ruimte) en financiële vaste activa (deelnemingen, verstrekte leningen). Voor de financiering van deze activa hebben we de beschikking over eigen middelen (eigen vermogen en voorzieningen). Voor zover deze middelen niet toereikend zijn, trekken we leningen aan. Als de investeringen in vaste activa groter zijn dan de optelsom van onze eigen middelen en leningen, ontstaat financieringsbehoefte. Dan trekken we extra geld aan om in die behoefte te voorzien.
bedragen x € 1 miljoen | Prognose 2026 | Stadsrekening | Prognose 2026 | Stadsrekening 2024 | |
---|---|---|---|---|---|
Vaste activa | Eigen vermogen | 263 | 271 | ||
Immateriële vaste activa | 19 | 19 | Voorzieningen | 40 | 40 |
Materiële vaste activa | 594 | 502 | |||
Financiële vaste activa | 70 | 64 | |||
Langlopende schulden | 323 | 326 | |||
waarvan nieuw | 71 | ||||
Totaal | 683 | 585 | Totaal | 626 | 637 |
De prognose laat zien dat we voor de financiering van onze vaste activa eind 2026 een bedrag van 683 miljoen euro verwachten nodig te hebben. Daarin kunnen we voorzien met eigen middelen en leningen voor een bedrag van 626 miljoen euro. In het verschil tussen die twee bedragen - de financieringsbehoefte - van 57 miljoen euro wordt in eerste instantie voorzien door kasgeldleningen af te sluiten (kortlopende leningen met een looptijd korter dan 1 jaar). Daardoor kunnen de rentekosten worden gedrukt, omdat de rente voor kortlopende leningen lager is dan de rente voor langlopende leningen. Langdurige financiering met kort geld is echter risicovol en wettelijk is er een limiet (de zogenaamde kasgeldlimiet, voor 2026 is dat 8,5% van het begrotingstotaal van 1,098 miljoen euro: 93,3 miljoen euro). Daarom zetten we tijdig de kortlopende financiering om in langlopende financiering.