Renteontwikkeling
De inflatie is na de pieken van 2022–2023 aan het normaliseren, maar centrale banken zoals de ECB blijven voorzichtig. Renteverlagingen zijn mogelijk, maar verwacht wordt dat de rente hoger zal zijn dan het decennium voor 2022, vanwege structurele factoren zoals vergrijzing, hogere overheidsuitgaven en energietransitie-investeringen. De langetermijnrente (zoals de 10-jaars staatslening) ligt nu tussen 2,5 en 3,5%. Verwacht wordt dat deze rente op middellange tot lange termijn stabiel blijft of licht zal stijgen, tenzij economische krimp of deflatoire druk sterker worden dan verwacht.
Ten opzichte van de Stadsbegroting 2025 gaan we uit van een lichte stijging van de rente voor langlopende leningen. We gaan vanaf 2026 uit van een rentepercentage van 2,75% (Stadsbegroting 2025: 2,25%). Voor de jaren 2027 en verder houden we dit percentage ook aan. Voor de kortlopende leningen gaan we uit van 2,2% (toetsmoment: augustus 2025).
Omslagrente
De rente en financieringskosten voor het aantrekken van leningen en het gebruik van ons eigen vermogen berekenen wij door naar de taakvelden. Dit doen we met een verdeelsleutel die we de omslagrente noemen. Tot begrotingsjaar 2025 hebben we de omslagrente constant kunnen houden op een relatief laag percentage. Dit werd ingegeven door onze rentevisie voor lang geld, waarbij we zagen dat de tendens van lagere rentes zich voortzette. Vanwege rentestijgingen in 2023 en 2024 in combinatie met aan te trekken nieuwe financiering voor herfinancieringen en nieuwe investeringen, is bij de Stadsbegroting 2025 de omslagrente van 1,6% verhoogd naar 2%. Op basis van nacalculatie lag de omslagrente over 2024 rond 1,5%. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat in 2025 de omslagrente echter meer richting 2% gaat bewegen, omdat de langlopende rente licht stijgt. In welke mate dit daadwerkelijk gaat gebeuren, is vooral afhankelijk van marktontwikkelingen en het tempo waarmee wij nieuwe investeringen kunnen realiseren. Vooralsnog hanteren voor de doorberekening van rentelasten aan investeringen en planexploitaties een omslagrente van 2%.
Voor de rente over onze reserves hebben we de afgelopen jaren de omslagrente aangehouden. Volgens het BBV mag de rente die je toerekent aan reserves niet hoger zijn dan de rente die je daadwerkelijk betaalt. Omdat de gemiddeld betaald rente het afgelopen jaar lager was dan de omslagrente, stellen we de rente over de reserves bij van 2 naar 1,75%.
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Omslagrente: | ||||
- Inzet van reserves en voorzieningen | <- - - - - - - - - 1,75 % - - - - - - - - - > | |||
- Doorberekening aan investeringen | <- - - - - - - - - 2,0 % - - - - - - - - - > | |||
- Rekenrente voor planexploitaties | <- - - - - - - - - 2,0 % - - - - - - - - - > | |||
Langlopende leningen | 2,75% | 2,75% | 2,75% | 2,75% |
Kortlopende leningen | 2,20% | 2,20% | 2,20% | 2,20% |